Op 29 augustus nodigen het Russische Huis in Brussel en het Moskouse Staatsmuseumreservaat “Kolomenskoye” u uit voor de virtuele rondleiding “Kolomenskoye 100: Geschiedenis, Monumenten, Museum.”

Kolomenskoye is een van de oudste bewoonde plekken in het moderne Moskou. Archeologische monumenten in de omgeving wijzen op de aanwezigheid van mensen uit het Stenen Tijdperk (5e-3e millennium v.Chr.). In het 1e millennium v.Chr. verschenen talrijke onversterkte nederzettingen (“selyshcha”) van de oude Finno-Oegrische stam op de oevers van de Moskva-rivier en haar zijrivieren, in het gebied van de toekomstige dorpen Dyakovo en Kolomenskoye.

Het oudste monument van het Tsarenhof in Kolomenskoye, de Kerk van de Hemelvaart van de Heer, werd voor het eerst genoemd in 1532. Volgens de legende werd de kerk gebouwd ter herdenking van de geboorte van Vasili III’s erfgenaam, de toekomstige tsaar Ivan IV de Verschrikkelijke. Tegen de 16e eeuw, toen Kolomenskoye een grote prinselijke residentie werd, werden de Sint-Jorisklokkentoren naast de Kerk van de Hemelvaart en de Kerk van de Onthoofding van Johannes de Doper in Dyakovo gebouwd. De meest gangbare hypothese verbindt de bouw van de kerk met de kroning van Ivan IV in de winter van 1547.

De bloeitijd van Kolomenskoye wordt geassocieerd met de heerschappij van Alexei Mikhailovitsj—het was zijn favoriete residentie. In 1667-1668 bouwde hij een prachtig houten paleis met 260 kamers. Simeon Polotsky noemde het Kolomenskoye-paleis het “achtste wonder,” wat betekent het achtste wereldwonder.

Tijdens het bewind van Catharina II werd het vervallen paleis afgebroken. Een nieuw vier verdiepingen tellend paleis werd gebouwd door P.V. Makulov in 1766-1767 op een nieuwe locatie—tegenover de noordelijke gevel van de Kerk van de Hemelvaart.

Een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van het landgoed begon in de 20e eeuw: in 1923 werd een museum opgericht in Kolomenskoye. De initiatiefnemer van de oprichting en de eerste directeur was architect en restaurateur Pyotr Dmitrievitsj Baranovsky. Hij begon met het verzamelen van de museumcollectie en organiseerde verschillende expedities naar het noorden van het land. Hij creëerde ook de eerste tentoonstellingen, verwelkomde persoonlijk gasten en leidde rondleidingen.

In 2023 vierde het museum zijn 100-jarig bestaan.